Monday, May 7, 2007

Islam of cultuur?


Dinsdag, 01-05

De geloofskwestie is iets waar je niet over uitgesproken kan raken, en het houd me meer en meer bezig. Wat is islam en wat is cultuur? Wat moet er en wat moet niet? Wat moet er volgens islam en wat moet er volgens maatschappelijke waarden en normen? Is er uberhaupt wel zo’n onderscheid te maken? En heeft het eigenlijk wel zin om een onderscheid te maken? Ik heb het idee dat niemand het echt weet, alhoewel iedereen zegt het zeker te weten. De lijst met regels die sommigen opsommen als je ze vraagt wat een moslim hoort te doen, klinkt onrealistisch, gedwongen en ongezellig, en ik vraag me af of een mens op die manier nog wel tijd heeft om werkelijk over God en innerlijk geloof na te denken. Een ander claimt dat islam men opdraagt vrijgevig, medelevend en openhartig te zijn, en dat alle andere verhaaltjes verzonnen zijn; in dat geval raad ik iedereen aan moslim te worden. Wat islam mooi en tegelijkertijd moeilijk maakt, is het feit dat het zowel een individuele als een gemeenschappelijke bezigheid is. Het mooie van de individualistische kant is het alleen met God zijn, waar je ook bent, en hoe je ook bent, en geeft mensen een natuurlijke steun, hetgeen ik absoluut prefereer boven de mentaliteit van de westerse samenleving, waarin we ons zo vaak alleen voelen dat we allemaal af en toe op de bank bij de psycholoog moeten zitten. Aan de andere kant heeft men de regels, die zo discutabel zijn als de kip-of-het-ei-kwestie, nodig om zichzelf een houding te geven in de islamitische gemeenschap, wat weer de bekende verwarring en twijfels over islam oplevert bij niet-gelovigen, maar ook onder moslims zelf. Imen, een meisje bij de bakker op de hoek, nodigt mij uit bij haar thuis, waar binnen een paar seconden een hele tafel met eten voor mijn neus wordt gezet. Islam of cultuur, ik weet het niet, maar gastvrijheid is iets wat we niet kennen in Nederland, waar een vierde persoon in veel gevallen niet welkom is bij het eten als hij zomaar komt binnenvallen terwijl er maar drie biefstukjes in huis zijn… Ik verneem van Imen in de taxi dat ze verloofd is, zoals blijkbaar iedereen hier, en vertel haar ook over mijn gelukkige liefde. Als ze me meeneemt naar haar kamer, begint ze een nou-nu-even-onder-de-meiden-gesprek en vertelt me over haar vriendje, die ze ‘natuurlijk’ heeft naast haar aanstaande bruidegom. Ze kijkt me ongelovig aan als ik vertel dat ik echt tevreden ben met de mijne en ik er uit vrije wil voor heb gekozen. Ik concludeer dat dit niet de eerste keer is dat ik dit hoor, en vraag me af hoe het mogelijk is in zo’n maatschappij te leven, waar het not-done is zomaar de man te kiezen die je wil, en er zonder schizofrene gedachtenkronkels er zo’n dubbelleven op na te houden. Islam of cultuur? De schijn die voortdurend moet worden opgehouden benauwd me en ik blijf er de hele dag over na denken.
Als ik vrijdagmiddag langs de moskee loop maakt de benauwing plaats voor een gevoel van vertedering. Schijnbaar kilometers lange rijen mensen doen samen het vrijdagsgebed en het is opeens doodstil op straat. Gedreven door de woorden van het gebed die als muziek uit de moskee schallen maakt iedereen op hetzelfde moment dezelfde gecontroleerde bewegingen, als een uitgestrekte mensenzee waar de wind golfjes in blaast. Ik kan niets anders doen dan blijven kijken, overweldigd door een gevoel van respect en de drang om er bij te horen, te voelen wat zij voelen, alsof het magie was die hen allen samen bindt en de meest lawaaierige stad ter wereld zonder moeite het zwijgen oplegt. Het gebed is nog geen seconde afgelopen of iedereen begint weer chaotisch door elkaar te lopen, de verkopers roepen de prijzen van hun waren om, het toeterconcert van auto’s wordt hervat, mensen lachen en schudden elkaar de hand, en het lijkt alsof ik het moment van daarnet gedroomd had. Ik verwonder me over de saamhorigheid, over de kracht en het gevoel dat mensen uit de religie putten en vraag me af of ik niet wat mis… Ik uit mijn bewondering over het gebed in de hoofddoekwinkel, en de eigenaar, een typische sheig met baard, gallabiyya, en gebedsvlek op zijn voorhoofd, knikt goedkeurend. “Een niqab zou je goed staan, echt iets voor jou”, verklaart hij na mijn betoog. Verbaasd en lichtelijk geirriteerd over dit afsluitend commentaar loop ik de winkel weer uit. Is dat nou alles wat hij me bij kan brengen over islam? Afgezien van de simpliciteit van de opmerking, kan ik me niet verplaatsen in vrouwen die totaal gesluierd over straat lopen, en ontwijk ik hun ogen die me aanstaren die priemend worden, alleen omdat dat het enige is van hen dat zichtbaar is. Ik begrijp niet waar het goed voor is jezelf zozeer te verstoppen dat je hele identiteit wegvalt. Daarbij is het effect wat zo’n niqab geeft heel dubbelzinnig; er is aan de ene kant niks te zien van die vrouwen om verleid door te worden, maar zodra er ook maar even per ongeluk een stukje been te voorschijnkomt, of een stukje wang als ze tijdens het eten heel ingewikkeld bij elk hapje hun sluier op moeten tillen, trekt het direct ieders ogen om een glimp op te vangen van het misterie onder het zwarte gewaad schuilt.
Een aantal weken geleden was ik uitgenodigd bij Rahma, een Nederlands meisje dat een aantal jaren geleden moslim is geworden, getrouwd is met een Egyptenaar en een feestje organiseerde ter gelegenheid van Mulid Nabi, de geboortdag van de profeet. Het feestje bestond uit een tiental gesluierde meisjes, waarvan de helft buitenlands en Engelstalig was, en de andere helft Egyptisch, maar zo hoog opgeleid dat ze vrijwel tweetalig waren en dus ook alleen maar Engels praatten. Mijn plan om een avondje non-stop Egyptisch te praten heb ik dus snel laten varen. Het was echt een meidenfeestje met veel geklets, gejoel en gelach, en ik kon niets ontdekken dat verschilde van mijn eigen vriendinnenfeestjes in Nederland. Na het eten zongen ze samen arabische liederen over de profeet Mohammed, hetgeen prachtig en gezellig was om naar te luisteren. Vervolgens luisterden we naar een cd van een Amerikaanse sheig die een beschrijving gaf van de profeet, weliswaar in het Engels, maar vermengd met de nodige Arabische termen die alles altijd beter en mooier omschrijven. Het licht werd uitgedaan en ineens waren de praterige en lacherige meisjes allemaal stil, verzonken in een concentratie die ik nooit eerder gezien heb. Ik weet niet wat indrukwekkender was; de sheig die in het meest prachtige literaire proza en met overtuiging en passie de woorden in de kamer liet rondgaan en even een gevoel van wereldvrede opriep, of de kring van meisjes, die met de woorden mee steeds meer aangedaan raakten, tot er handen werden opengevouwen, gebedjes schijnbaar onhoorbaar opgezegd werden en stille tranen vloeiden, dankbaar voor deze dag, dit gezelschap en dit geloof... Islam of cultuur? Het was in ieder geval iets bijzonders, en ik voelde me even een met hen, concluderend dat islam niemand uitsluit maar ieders leven een beetje mooier maakt.
Het tegenovergestelde voel ik ook voortdurend, de constante bevestiging van ieders blik dat ik anders ben, hier niet thuis hoor, en verwijt dezelfde samenleving waarin ik momenten van gelijkheid en warme gevoelens tegenkom, dat de ongelijkheid tussen mensen voortdurend wordt benadrukt. Toegegeven, hoe toeristischer de plek, hoe meer ik hier last van heb. Zo waren we afgelopen weekend in Alexandrie, dat meer op zuid-Europa lijkt dan op een Arabische stad, met de lange Curnische met palmbomen, de italiaans/fransachtige rijen huizen, de boten in de haven, en waren de opmerkingen tien keer zo veel en zo erg als in ontoeristisch Cairo. Kaartjes voor Egyptische prijzen krijgen bleek ook aanzienlijk moeilijker, en ik was af en toe de wanhoop nabij, niet accepterend dat ik precies het zelfde zou zijn als de strandvakantietoeristen die met iedere exotische ober op de foto willen. Toen we terug waren in Cairo kon ik de jongen die ons bediende in ons shisha-café wel om de hals vliegen toen hij vroeg of ik Egyptische was… ach, wat is het toch belangrijk voor iemand om zich geintegreerd te voelen, mensen zijn werkelijk net schaapjes… ik wil voortdurend die typische Egyptische sfeer om me heen voelen, en erin wegvallen als een ontbrekend puzzelstukje, hetgeen me veel moeilijker gemaakt werd in Alexandrie. Toch gaf ook deze stad blijk van Egyptische mentaliteit, bijvoorbeeld wat betreft de geheime-vriendjes-kwestie. De grote bibliotheek, die tegelijkertijd functioneert als studieruimte voor hoogopgeleiden, leek op een ontmoetingsplaats voor geliefden, waar allemaal stelletjes buiten zij aan zij op de bankjes zaten, en deed denken aan de Curniche in Cairo, waar zich iedere avond hetzelfde tafereel voordoet. Ik kijk langs alle gezichten, vraag me af of al die meisjes ook verloofd zijn met iemand anders, en wat ze voelen, hoe ze ermee om kunnen gaan, hoe zij islam scheiden van cultuur en of ze dat eigenlijk wel doen…
Ik heb besloten dat ik de zoektocht naar het antwoord op deze vraag opgeef. Ten eerste omdat de vraag waarschijnlijk onzinnig is, en ten tweede omdat de kwestie, hoe langer ik hier over na denk, en hoe langer ik hier zit, steeds gecompliceerder lijkt te worden en het antwoord dus steeds verder weg komt te liggen. Ik weet nog steeds niet wat een goede moslim is, en kan alleen maar concluderen dat mensen gewoon mensen zijn, die hun behoeftes en geloof moeten inpassen in de maatschappij waarin ze leven, zonder te weten waar de uitgesproken en onuitgesproken regels vandaan komen. Hoe suf en voor de hand liggend deze gedachte ook moge klinken, het krijgt voor mij steeds meer betekenis. Ik ben islam en Egyptische cultuur dankbaar voor de bijzondere tijd die ik hier heb.

No comments: